Weten

Prof. Bruce Ames: ‘Met de juiste voeding kunnen we allemaal honderd worden’

Kunnen we met voedinsgsupplementen onze gezonde levensduur verlengen? ‘Ja’, vindt de vooraanstaande Amerikaanse wetenschapper Bruce Ames. Onlangs publiceerde de onderzoeker een belangrijk artikel in het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift PNAS, waarin hij beschrijft hoe we vrijwel allemaal te snel verouderen door eenvoudig op te heffen vitaminetekorten. Een paar jaar geleden interviewde ik Ames over zijn onderzoek naar het verband tussen voeding en veroudering. 

‘Als we zorgen dat we de juiste vitamines en mineralen in de goede hoeveelheden binnenkrijgen en verder ook gezond leven, kunnen we allemaal honderd worden.’ Professor Bruce Ames zegt het aan het einde van het interview, nadat hij zich heeft beklaagd over het gebrek aan belangstelling voor voeding binnen de medische wetenschap. ‘Farmaceuten hopen dat we in de toekomst de veroudering kunnen stoppen met een geneesmiddel, genetici zoeken naar een gen voor de eeuwige jeugd. Omdat ze geen verstand van voeding hebben, snappen ze niet dat maar we ons leven nu al kunnen verlengen door gezonder te eten en zo nodig supplementen in te nemen.’

De biochemicus Ames is emeritus hoogleraar verbonden aan de Universiteit van California en het Childrens Hospital Oakland Research Institute. Daar doet hij al ruim dertig jaar lang onderzoek naar het effect van voeding op de veroudering. In 2002 lukte het hem met een beroemd geworden experiment oude laboratoriumratten weer even energiek en scherp te maken als jongere ratten, simpelweg door twee vitamine-achtige stofjes aan hun voer toe te voegen (zie kader). Sindsdien neemt hij de bewuste stofjes zelf ook elke dag in als een supplement. Misschien verklaart dat waarom hij op zijn 86-ste nog bruist van de energie. Wat heet: hij werkt zeven lange werkdagen per week, runt een onderzoekslaboratorium en publiceert wetenschappelijke artikelen in een tempo waar menig jonge ambitieuze wetenschapper buiten adem van zou raken. Ames denkt dat ook de ‘verrukkelijke mediterrane maaltijden’ van zijn vrouw hem achter de geraniums vandaan houden. En ja, de wetenschapper heeft geluk met zijn genen. Zijn beide ouders werden stokoud, een tante bereikte zelfs de magische grens van honderd. Maar de les die je uit Ames studies kunt trekken, is juist deze: als je krakkemikkige genen van je ouders hebt geërfd, kun je de nadelen daarvan voor een belangrijk deel, misschien wel helemaal, opheffen met uitgekiende voeding. En als iedereen dat goed doet, kunnen niet alleen de geluksvogels, maar wij allemaal tot op hoge leeftijd blijven werken, reizen en van het leven genieten.

Langer gezond leven door supplementen

In de jacht op methoden om verouderingsziektes te bestrijden en de gezonde levensduur te verlengen, is voeding volgens Ames het ‘laag hangende fruit’: met voeding valt snel en relatief gemakkelijk grote winst te boeken in de strijd tegen de ouderdom. Hij stelt dat iedereen om te beginnen mediterraan zou moeten eten: veel groente en fruit, veel vis, noten en volkoren granen, af en toe een stukje wit vlees en slechts mondjesmaat rood vlees. Zo krijg je alle stofjes binnen die de menselijke machine nodig heeft om lekker te kunnen snorren. Maar zelfs als je uitgebalanceerd eet is het volgens de wetenschapper voor de meeste mensen noodzakelijk sommige voedingstoffen aan te vullen met aangepaste eetgewoontes of, simpeler, met supplementen. Want door individuele genetische eigenschappen, de zogenaamde ‘polymorfismen’, heeft iedereen een unieke mix van voedingsstoffen nodig om gezond te blijven.

‘Je kunt het risico op aftakelingsziektes sterk verkleinen’

‘Neem choline,’ zegt Ames. ‘Dat is een vitamine-achtig stofje dat we in ons lichaam kunnen aanmaken. Het is enorm belangrijk voor de stofwisseling. Maar de helft van alle vrouwen maakt er door een polymorfisme onvoldoende van aan. Die moeten dus iets eten waar extra veel choline in zit, zoals eieren. Of ze moeten het tekort aanvullen met een cholinesupplement. Een ander voorbeeld is vitamine D. Die vitamine stuurt bijna duizend verschillende genen aan. Als je er te weinig van in je bloed hebt, heb je een grotere kans op allerlei verouderingsziektes, van hart- en vaatziekte tot kanker. Een van mijn medewerkers heeft aangetoond dat je vitamine D nodig hebt om serotonine aan te maken, een enorm belangrijk hersenhormoon. Vitamine D zit in heel kleine beetjes in onze voeding, het meeste maken we aan in onze huid met behulp van de zon. Maar met een donkere huid heb je veel meer zonlicht nodig om vitamine D aan te maken dan wanneer je wit bent. Daardoor loopt 95 procent van de gekleurde bevolking in de VS met een D-tekort rond. Die donkere huid is dus een genetisch nadeel voor mensen van Afrikaanse origine in landen met weinig zon. Net zoals de lichte huid van een Ier die naar Australië emigreert een nadeel is waardoor zijn kans op huidkanker groter is. Die Ier kan dat genetische nadeel simpel opheffen door een petje op te zetten en zich goed in te smeren met een beschermingsfactor. Die donkere man in Chicago of Amsterdam kan zijn genetische nadeel opheffen door elke dag een vitamine D-pil van een paar cent te slikken. In beide gevallen gaat het om een eenvoudige maatregel waarmee je een genetische kwestie oplost en je het risico op een aftakelingsziekte sterk verkleint.’

‘Veel mensen verouderen te snel door slechte eetgewoontes’

Volgens Ames draait gezond oud worden allemaal om een optimaal afgestelde stofwisseling: de magische biochemische machinerie die ervoor zorgt dat onze maaltijden en ademteugen in energie, hormonen, spieren en neurotransmitters worden omgezet, plus al die andere ontelbare zaken die tezamen ‘leven’ vormen. Aan de basis van de stofwisseling ligt ons genoom, de blauwdruk van eiwitten en enzymen. Enzymen zijn biologische robotjes die rommel opruimen, DNA-schade repareren, energieproductie reguleren, vrije radicalen onschadelijk maken, genen remmen en activeren en alle andere taken verrichten om de stofwisseling gaande te houden. In totaal zijn er meer dan 3800 verschillende soorten enzymen in onze cellen actief, met allemaal hun eigen specifieke taak. Om hun werk goed te kunnen doen, heeft ruim een vijfde van deze enzymen een vitamine, mineraal of andere micronutriënt als ‘cofactor’ nodig. Een enzym zonder bijbehorende cofactor is zoiets als een motor die amechtig stottert of helemaal stilvalt omdat er een cruciaal onderdeel mist. Slecht functionerende enzymen zijn zandkorrels in het delicate radarwerk van de stofwisseling. Een enkele haperende klasse van enzymen kan al een kettingreactie van funeste gevolgen starten, met verouderingsziektes –van hart- en vaatziekte tot kanker en Alzheimer – en het versnellen van de veroudering als gevolg. ‘Veel mensen verouderen te snel omdat ze door slechte eetgewoontes te weinig vitamines en mineralen binnenkrijgen voor een optimale stofwisseling,’ vat Ames zijn visie samen.

Ames is niet zomaar een professor met een theorie. Binnen de academische wereld is hij een grootheid. Met meer dan 550 wetenschappelijke publicaties op zijn naam en een prijzenkast vol wetenschappelijke bekroningen, behoort hij tot de premier league van de internationale wetenschap. In de jaren ‘60 ontwikkelde hij een test waarmee snel en goedkoop kan worden bepaald in welke mate een stof kankerverwekkend is: de naar hem vernoemde Ames-test. Dankzij Ames weten we dat tabaksrook kankerverwekkend is omdat het DNA beschadigt. In de jaren zeventig klom hij op de barricaden om strikte regulering van landbouwgif te bepleiten en hij zorgde ervoor dat kankerverwekkende stofjes uit onder meer haarverf werden verbannen.

DNA-schade door een vitaminegebrek

In 1989 constateerde een medewerker van Ames verbaasd dat proefdieren in zijn laboratorium evenveel DNA-schade hadden als proefdieren die voor een experiment bewust waren bestraald om breuken in hun DNA te veroorzaken. Rara, hoe kon dat? Het mysterie werd opgelost toen bleek dat er door een fout van de diervoederleverancier geen foliumzuur (vitamine B11) in het voer zat. Ames ontdekte zo dat een langdurig tekort aan foliumzuur ook bij mensen DNA-schade veroorzaakt. Daarmee was zijn interesse voor voeding gewekt. Terwijl veel collega’s van zijn generatie al een tandje terugschakelden, stortte hij zich vol op de bestudering van de effecten van voedingsstoffen op enzymprocessen en de stofwisseling. Ook op dit terrein deed hij een reeks baanbrekende ontdekkingen:

– Veel enzymen in ons lichaam werken niet of te sloom doordat er te weinig vitamines, mineralen en andere cofactoren beschikbaar zijn.

– Door genetische weeffoutjes produceert vrijwel iedereen te weinig van bepaalde soorten enzymen.

– Bij het ouder gaan steeds meer enzymen in kwaliteit achteruit.

-Door de inname van vitamines, mineralen en andere ‘cofactoren’ te verhogen, via aangepaste voeding of via supplementen, kunnen ‘roestige’ enzymen weer beter functioneren en kun je ondanks genetische weeffoutjes de hoeveelheid van bepaalde soorten enzymen sterk laten toenemen.

‘Gebrek aan foliumzuur even gevaarlijk als radioactieve straling’

Het DNA (erfelijke materiaal) in onze celkernen loopt elke minuut van de dag kleine beschadigingen op. Dat is een normaal gevolg van de stofwisseling en het geeft niet, want een leger vlijtige enzymen herstelt de schade aan de lopende band. Maar dankzij de blunder met het diervoer in 1989, ontdekte Ames dat als we stelselmatig weinig foliumzuur binnenkrijgen, sommige DNA-reparatie enzymen er de brui aan geven. De DNA-schade wordt in dat geval niet volledig hersteld en loopt jaar na jaar langzaam op, met als gevolg een groeiende kans op – onder meer – kanker. Ames: ‘Iedereen is bang voor radioactieve straling, maar een gebrek aan foliumzuur verhoogt de kans op kanker evenzeer.’ Best verontrustend, als je bedenkt dat minstens tien procent van de Amerikaanse bevolking zelfs minder dan de ADH van foliumzuur binnenkrijgt. In ons land zal de situatie net veel beter zijn. Groene bladgroente is namelijk de belangrijkste bron van deze B-vitamine…

 

Onderzoekers ontdekken steeds meer enzymen die met ‘pech langs de weg’ stilstaan of op halve kracht pruttelen door een gebrek aan vitamines en mineralen. Daarbij is Ames iets opgevallen wat hem aan het denken zette. Vitamines, mineralen, een aantal vetzuren en een aantal aminozuren zijn ‘essentieel’. Dat wil zeggen dat het lichaam ze nodig heeft om te kunnen functioneren, maar ze niet of moeilijk zelf kan maken. Je moet ze via voeding binnenkrijgen. Als dat niet gebeurt, ga je in het uiterste geval dood. Zonder vitamine C krijg je scheurbeuk, zonder vitamine B1 krijg je beriberi en zonder vitamine D krijg je rachitis. Zo heeft elke essentiële voedingsstof zijn eigen kenmerkende, rampzalige gevolgen als je er te weinig van binnenkrijgt. Overheden hebben daarom van elke essentiële voedingsstof vastgesteld hoeveel we er dagelijks van nodig hebben om gezond te blijven: de zogenaamde Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH). Omdat daarbij rekening is gehouden met individuele verschillen, is er per stof een ruime marge genomen. Ames constateerde echter dat bij veel mensen die voldoende foliumzuur binnenkrijgen om niet direct ziek te worden, desondanks een deel van de DNA-reparatie enzymen inactief is. Aan ‘de buitenkant’ lijkt niks aan de hand, de mensen voelen zich prima, terwijl aan ‘de binnenkant’ de DNA schade ongemerkt oploopt.

Hetzelfde geldt voor andere vitamines en mineralen: als je er net aan de ADH van binnenkrijgt blijf je ogenschijnlijk gezond, terwijl desondanks allerlei beschermende enzymen er werkloos bijliggen.

‘Het belangrijkste inzicht van mijn hele loopbaan’

Terwijl Ames op deze kwestie zat te broeden, kreeg hij in 2006 een eureka-moment over de relatie tussen voeding en veroudering. ‘Een van die grote ideeën die je hooguit om te twintig jaar krijgt,’ zegt Ames. ‘En dit is denk ik het belangrijkste inzicht van mijn hele loopbaan.’

Hij realiseerde zich dat terwijl een deel van onze enzymen taken vervullen die belangrijk zijn voor de directe overleving, andere enzymen zich bezighouden met het minder acute onderhoud voor de lange termijn. Ons lichaam is gebouwd om te kunnen overleven in tijden van schaarste. Als het te weinig van een bepaalde vitamine of mineraal binnenkrijgt om beide groepen enzymen aan het werk te houden, stuurt het de beperkte voorraad linea recta naar de enzymen die onmisbaar zijn voor de directe overleving. De enzymen die ervoor moeten zorgen dat je ook op latere leeftijd nog gezond bent, ‘levensduurenzymen’ zoals Ames ze noemt, staan achteraan in de rij bij het uitdelen van cofactoren. Desnoods krijgen ze niets. ‘De natuur wil dat je lang genoeg overleeft om je voort te kunnen planten en vindt het niet zo belangrijk dat je tot je negentigste gezond blijft,’ verklaart Ames.

‘Het halve land krijgt te weinig magnesium binnen’

Kortom, bij schaarste gebruikt het lichaam belangrijke voedingsstoffen om te zorgen dat de motor van het leven niet stilvalt, terwijl de onderhoudswerkzaamheden worden verwaarloosd. Van twee essentiële voedingsstoffen is hard aangetoond dat het lichaam inderdaad bij schaarste deze vorm van rantsoenering toepast: vitamine K en het mineraal selenium. ‘Maar ik denk dat het voor alle andere essentiële en semi-essentiële voedingsstoffen geldt,’ zegt Ames. ‘Gematigde schaarste ervan gaat ten koste van het lange termijnonderhoud. Het is nu zaak dat voor alle vitamines en mineralen uit te gaan zoeken en in kaart te brengen. Neem het mineraal magnesium. Alle DNA-reparatie enzymen hebben het nodig als cofactor terwijl we weten dat het halve land met een magnesiumtekort kampt. Wat betekent dat voor de gezondheid als mensen ouder worden?’

Vitamine K2 e-gidsHoe het lichaam vitamine K bij schaarste rantsoeneert, is onder meer door Nederlandse wetenschappers uitgezocht (zie E-gids Vitamine K2). Deze vitamine is nodig als cofactor van enzymen die de bloedstolling regelen. Zonder goede stolling kun je leegbloeden door een valpartij of een snee in je hand. De vitamine K-afhankelijke enzymen voor de bloedstolling zijn dus van groot belang voor de overleving op de korte termijn. Maar vitamine K is óók nodig al cofactor voor enzymen die overtollig kalk uit de vaatwanden verwijderen en in de botten inbouwen. Een proces dat alleen belangrijk is voor de lange termijn. Als je vitamine K maar mondjesmaat binnenkrijgt, zal het lichaam de beschikbare voorraad eerst toewijzen aan enzymen voor de bloedstolling. Dat er daardoor geen of weinig vitamine K overblijft voor enzymen die aderverkalking en broze botten moeten voorkomen, is van latere zorg. Die vallen dan stil.

Onderzoek wijst uit dat dit het geval is bij grote groepen Nederlanders: iedereen krijgt genoeg K binnen om niet dood te bloeden na een valpartij, maar vrijwel niemand krijgt genoeg om aderverkalking en bottenontkalking op de lange termijn te voorkomen. Die schadelijke processen voltrekken zich decennia lang onder de radar. Je merkt niks van een K-tekort en je voelt prima, totdat er op je zestigste of zeventigste een verkalkt bloedvat barst of je na een val van het keukentrapje een heup breekt. ‘Je kunt dat probleem heel simpel oplossen door iets te eten waar veel K2 in zit,’ zegt Ames. ‘Of door een pil met K2 te slikken.’

‘Blindheid op latere leeftijd voorkomen door nu een supplement te slikken’

Volgens Ames zijn de huidige dagelijks aanbevolen hoeveelheden vitamines en mineralen te laag, omdat er geen rekening wordt gehouden met de lange termijneffecten. ‘De ADH van vitamine K is gebaseerd op het voorkomen van bloedingen, de ADH van vitamine C op het voorkomen van scheurbuik; de ADH van vitamine D op het voorkomen van rachitis. Voor de zekerheid wordt dan wel een ruimere hoeveelheid geadviseerd, maar als we langer gezond willen blijven, zullen we die normen verder naar boven moeten bijstellen.’

En daarmee zijn we er nog niet. Ames denkt dat er oneindig veel meer stoffen in voeding zitten die de naam ‘vitamine’ verdienen. Nu krijgt een voedingsstof alleen dat predicaat als uit proefdieronderzoek blijkt dat je zonder dat stofje dood zou gaan. En niet als je zonder dat stofje al op je vijftigste in plaats van op je honderdste een fataal infarct zou kunnen krijgen. ‘‘Dood’ zou niet de definitie van een vitamine moeten bepalen, dat zou een lang en gezond leven moeten zijn,’ aldus Ames.

Als voorbeeld noemt bij luteïne en zeaxanthine, stofjes die we onder meer binnenkrijgen via groente, fruit en eieren. ‘Het zijn carotenoïden die achterin het oog in de gele vlek zitten. We weten precies wat ze daar doen: het zijn antioxidanten die het oog beschermen tegen de schade die licht kan aanrichten. Als je er te weinig van binnenkrijgt ga je niet dood en gaat je zicht niet direct achteruit, daarom worden ze omslachtig ‘micronutriënten’ of ‘bioactieve stoffen’ genoemd. Maar wat mij betreft zijn het gewoon vitaminen, want bij een tekort kun je op hogere leeftijd maculadegeneratie krijgen, de belangrijkste oorzaak van blindheid bij oude mensen. En als je ze aanvult, door je voeding aan te passen of een pil met luteïne en zeaxanthine in te nemen, kun je blindheid voorkomen.’

AGE-essentials: Micronutriënten waar je op oudere leeftijd niet zonder kunt

Ten slotte zijn er ook nog belangrijke vitamine-achtige stofjes die het lichaam niet alleen uit voeding haalt, maar ook zelf kan aanmaken, zoals liponzuur, coenzym Q10, carnitine en het eerder genoemde choline. ‘Maar met het ouder worden gaat het bergafwaarts met de hele stofwisseling en gaat ook de aanmaak van deze stoffen achteruit. Daardoor worden ze vanzelf ‘essentieel’, dat wil zeggen dat het lichaam ze vanaf een bepaalde leeftijd uit voeding moet zien te halen om gezond te blijven.’ Een medewerker van Ames heeft voor deze klasse micronutriënten de term ‘age-essentials’ bedacht: als je jong bent krijg je al snel voldoende via goede voeding binnen omdat je lichaam ze ook zelf kan maken, maar vanaf een bepaalde leeftijd blijft de eigen productie achter en moet je aan aangepaste voeding of supplementen gaan denken.

In het ideale geval krijg je van jongs af aan een mix van voedingstoffen binnen die alle ‘levensduurenzymen’ in topvorm houden. Daardoor verloopt het herstel en onderhoud van je lijf gesmeerd en blijf je tot op hoge leeftijd zo goed als nieuw. Maar bij iedereen is die mix door genetische verschillen net iets anders. Bovendien veranderen de behoeftes van je lichaam als je ouder wordt. Hoe kom je erachter welke enzymen in jouw lijf een duwtje in de rug kunnen gebruiken met aangepaste voeding of een supplement? Op dit moment kan een orthomoleculair specialist (zie E-gids Anti aging-artsen) een schatting maken met behulp van laboratoriumtesten en lichamelijk onderzoek, maar grotendeels blijft het nattevingerwerk.

Je beste optie is om je lichaam zo rijk mogelijk van micronutriënten te voorzien. Ames adviseert daarom naast een volwaardige mediterrane voedingspatroon, dagelijks een multivitaminen-mineralenpreparaat in te nemen als ‘verzekering’. Met een goede multi dek je in één keer een hele reeks mogelijke tekorten af. Toch blijft het behelpen, want zelfs het beste supplement bevat slechts een bescheiden handje vitaminen en mineralen vergeleken bij de stortvloed aan micronutriënten die je via (bijvoorbeeld) een groene salade met wat stukjes walnoot, pompoenpitten, uienringen en een scheutje olijfolie binnenkrijgt.

 

‘Stem je eetpatroon op je stofwisseling af en je leeft langer’

En dan is het nog mogelijk dat een cruciaal levensduurenzym door een genetisch ‘weeffoutje’ bij jou vijftigmaal meer van een bepaalde vitamine nodig heeft dan bij de rest van de bevolking, zodat het zelfs aan kerngezonde voeding plus een multi niet genoeg heeft. In feite is eten en slikken voor een langere ’gezondheidsduur’ nu een kwestie van blindvliegen. Maar er is verandering op komst. Ames voorspelt dat er al binnen tien jaar een bloedtest op de markt zal verschijnen waarmee de activiteit van alle belangrijke levensduurenzymen in het bloed gemeten kan worden. Dat is nu al mogelijk voor een beperkt aantal enzymen, hoewel je daarvoor in het ziekenhuis moet zijn. Zo staat er in een aantal Nederlandse ziekenhuizen een apparaat dat meet of er voldoende vitamine K-afhankelijke enzymen geactiveerd zijn, de biologische machientjes die overtollig kalk uit de vaatwanden verwijderen en naar de botten transporteren. Ames: ‘Er zijn ook al testen om seleniumafhankelijke enzymen te meten, binnenkort komt er een test die zinkafhankelijke enzymen meet. Vitamine D en vitamine B12 zijn goed te meten. Voor alle belangrijke enzymen en micronutriënten verschijnen nu één voor één testen, dat ontwikkelt zich in sneltreinvaart. Over tien jaar kun je een apparaatje bij elke drogist kopen. Je steekt je vinger erin en een paar minuten later zijn alle belangrijke biomarkers in een druppeltje bloed afgelezen. Het apparaatje zal zeggen: ‘Je zit te laag in je magnesium’ vervolgens stuurt het een berichtje naar je telefoon: ‘Eet vaker een groot bord spinazie of kool.’ Dan zal iedereen in staat zijn de gezondheid in eigen hand te nemen. Of mensen verstandig van die mogelijkheid gebruik gaan maken is een tweede, maar door je eetpatroon precies af te stemmen op je stofwisseling kan je de kansen op een lang en gezond leven drastisch vergroten.’

Tekst Pim Christiaans | Life Unlimited

 

 Alles wat je moet weten over de belangrijkste supplementen 

– De muli
– Vitamine C
-Vitamine D3
– Vitamine C
– Vitamina K2
-Visolie
-Magnesium
– Age-essentials